De eerste 8 maanden van 2013, gingen vooraf aan onze traditionele september fietsweek. Een jaar na de mooie Quatre V tocht door in het zuiden van Frankrijk. In die periode zijn er naast het fietsen; de Strava-app, de Whats-app en Appke erbij gekomen. Opgejaagd, soms gefrustreerd, maar bovenal gecontroleerd, door almaar kilometers en segmenten najagende groepsgenoten. Zou het wel genoeg zijn, ben ik licht genoeg, is alles uit de fiets gehaald, en steeds maar weer die berichtjes.

rundum1

Tripjes naar Sauerland in een witte wereld, weekendje Limburg met een bijna KOM op de St. Pietersberg, op de latten in les Deux Alpes, met de taxi van een Chinees Hotel naar een fietsfabriek, een toer langs Noorse fjorden, met de stadsbus naar de stad, een stevige hike door Marokkaanse Atlas. Alles werd geregistreerd, alle middelen werden ingezet om de ander te prikkelen.

Helaas ook momenten dat de wind flink uit de verkeerde hoek blies, met het verlies van de geliefde van Henk, en op het laatst nog het fatale moment, dat Henk Bobbink er tussen uit fietste, op de Ventoux.

Toen de kruitdampen waren opgelost, na een nachtelijke autorit,  stonden we vrijdagmiddag 30 augustus 2013 om half 2 met 7 fietsers startklaar op een camping in Umhausen Langenfeld in het Oetztal. Drie begeleiders vergezelden ons:  Han ten Have, Jan Lenselink en Jos Dammers.  7 fietsers; Vincent Persoon, Freek Weers, Henk Langeler, Jos Lenselink, Jaap Roosma, Peter van Wateren en Gerrit Wansink, allen met een broek, en een riem met zeer veel verse gaatjes.

De onderwijzers en App-ke van de A groep Ben Leferink, Per Ivar Palland,  Gerben Meerbeek en Arno Brouwers moesten achterblijven, om hun plichten te doen. Wie we ook misten was Snelle Jan Schippers, wiens lijf en leden hem dit jaar, een beetje in de steek lieten, en onze trouwe Tuinvrouw Huisman bus.

De Rombodolo Grappa Toer stond op het programma, een afkorting voor een toer over de Passo Rombo, door de Dolomieten en de Monte Grappa op het snijvlak van de Po vlakte. Ook drie totaal verschillende gebieden; de Alpenweiden met de hoge gletschers, de platte Po vlakte met haar wijnhellingen en de ruige Dolomieten met het vele produktie hout.

Het eerste stuk wordt volgens traditie aangekondigd als, “aanloop-stuk”, met dien verstande dat we vandaag gelijk over het, 48  km verder gelegen dakje gaan; de Passo Rombo of Timmelsjoch 2504 hm, op de grens van Oostenrijk en Italie.  In een heerlijk zonnetje en strak blauwe lucht,  beginnen we in het Oetztal , tussen de mooie alpenweiden door, naar Solden waar de klim zal gaan beginnen. Links en rechts van ons de gigantische Alpen toppen met ook het sneeuw van de Oztaler Gletscher, en om ons heen dwarrelend, de fotograverende Jos met de camper en Henk met de videocamera op de borst. We hebben er stevig de gang in, met de kop in het zand zoals Tim Krabbé ooit verwoordde in zijn meesterwerk De Renner. Met het vooruitzicht dat hij straks de bergen gaat beklimmen en pijn zal moeten gaan lijden schreef hij: ’Gek dat jij het al weet maar het lichaam nog niet“. Het lichaam is dus in dit geval dus  sterker [of dommer] dan de geest. Maar dat zal deze week ook wel een keer anders worden.

Na 3 kwartier bereiken we de bekende wintersportplaats Solden waarna de klim, en ook het aftasten echt gaat beginnen. We kennen elkaar door de jaren heen, Vincent kondigt aan dat hij stalpoten heeft van de beurs, Jaap en Peter zijn nog wat onzeker na ziekte, en Freek heeft altijd wat last van de nachtelijke autorit. Onze Rookie van 59, en nieuweling in de bergen Henk, is de Dark Horse, en Jos heeft zichzelf veel moraal gegeven door bijna evenveel kilo’s of de schaal te brengen als ik. Van mij weet een ieder wel, dat ik altijd op het eerste Moeliesje uit ben, om voor de hele week van het gelul af te zijn.

Jos poft gelijk weg gevolgd door Henk en Peter. Op de brede stijgende weg is hij goed te zien,  en ook goed te zien dat hij forceert. De gele Tegenkracht trui geeft mij moraal en vertrouwen, en na een paar kilometer vind ik mijn ritme en rijd ik in 1 ruk op en over Jos heen. In mijn nek de hijgende Henk die een flink verzet draait en intussen nog zit te filmen, wat dat nog moet worden? Het klimt een 3 tal kilometers flink door. Onderweg een paar tunnels en galerijen en zo komen we met nog 3 haarspelden ter hoogte van Hochgurgl. Daar begint de echte klim, bij een brug over de rivier, naar de Timmelsjoch. Achter mij zie ik alleen nog Henk en verder de prachtige besneeuwde toppen.

De kilometers en de korte nacht beginnen te wegen, vooral als het eerste stuk stevig doorloopt met 12 % klim. Gelukkig is het mooi gelijkmatig en kan ik in het ritme komen door te gaan zitten en op de macht de 25 rondtrappen. Het meeste verkeer is in Solden achtergebleven en ik kan genieten van mijn eigen ademhaling, het gepiep van een paar marmotten en de stilte van de bergen. Iets verder, worden bovenstaande geluiden vermengd met klik-geluiden, die we deze week meer dan 3000 x zullen horen. De fotograferende Jos heeft met zijn grote geweer en de motor-drive een mooi stekkie gevonden, om ons de plaat te zetten.  Aan de hoogtemeter borden bij de bochten en de kilometer aanduiding op mijn Garmin, kan ik zien dat het flink vordert. Al peddelend kom ik bij  het boomloze stuk het dal uit bij Hoch Gurgl, hierna vlakt de klim ongeveer over 4 kilometer af, tijd dus bij te schakelen. De wens van het Moeliesje, maakt dat ik m’n naar mijn voorwiel kijk en 1x achterom naar achterblijvers. Zo kan het zijn, dat ik bijna tegen de boom van het Tolstation knal, maar ik kan er net langs. De volgende bocht doet zijn naam eer aan Windeck, een koude wind komt om de hoek en plots doemt een stuk afdaling op. Ruim 150 meter dalen, gevolgd door het zicht op een muur, waar verderop fietsen en auto’s tegen aan geplakt lijken. Het is een  steil oplopend weg met mooi asfalt, omgeven door kaarsrechte witte strepen in een landschap van gras en een oneindige hoeveel keien van allerlei formaten. Snel rekenen leert dan, dat de laatste 5 km nog 460 hoogmeters hebben en bovenal een frisse tegenwind.

Aan de Postbus, voor mij, kan ik zien dat we gelukkig ook nog stukjes wind in de rug krijgen, en in 6 , imposant steile bochten komt het eind in zicht. Bij de terugdraaiende bochten komt ook Vincent weer in beeld en in mijn gedachten zie ik hem al snel naderen. Gelukkig heb ik nog macht om een tandje bij te doen en zo kom ik na 1 uur 25 min op de top. Sinds Strava betekent op de top komen niet direct naar de auto, maar eerst langs de parkeerplaats naar het Pass- bord en de witte GPM streep, en dan pas aan de Cola met banaan.

Geleidelijk aan rolt iedereen binnen, met zijn verhalen van de prachtige beklimming. Wat volgt is het dit jaar wel heel eigenaardige toetje. Met het tragische ongeval van Henk, op de Ventoux,  in het achterhoofd begint iedereen er toch wel met een dubbel gevoel aan.

Zoals Levi Weemoedt beschreef: 29 kilometer hebben we ervoor om de gedachten te laten inwerken, en dat brengt ons in St Leonardo in Passerei. Daarna gaat het weer ouderwets in vliegende vaart op zijn ETP’s naar de eerste camping in Saltusio [Salthaus]. Omringd door de prachtige bergen staan we in de appelboomgaard, en valt mijn ook op het keurige jasje van Han. Dit jaar is alles anders; we hebben fotografen, een videoman, Vuelta op TV, recovery shakes, afwaskwasten, theedoeken, maar een colbert heb ik nog nooit gezien. Reden dus om Han, ter vervanging, de gele trui uit te reiken, van Stichting Tegenkracht, symbool voor de auteur van het dagjournaal.

rombodolo-dag1Gerrit Wansink