Tijdens het avondeten van gisteren werd de gele trui weer doorgespeeld. In een toespraak werd iedereen wel genoemd om in aanmerking te komen voor de trui. Dit maal viel de keus op mij. Aanleiding was een gesprek dat ik had  met Han en Jan op de  Jaufenpass. Bedankt nog voor de lieve woorden,  Han.

 

Na een goede nachtrust weer vroeg uit de veren. Het dagelijkse ritueel kon weer beginnen: wassen, bed afruimen, koffie en thee zetten (3x 10 kopjes koffie en ruim 2 liter thee), tafel dekken, afruimen, afwassen, fiets in orde maken, tenten inpakken. Want de afspraak is:  voor half 10 op de fiets.

 

De route voor vandaag werd iets aangepast, met een extra klimmetje (24%!),  dat kon er nog wel bij. We vertrokken ditmaal niet met 7 man, maar met 8. Han had de reservefiets van Gerrit gezien en hij wilde ook wel een keer een berg op fietsen. En zo tegen half 10 vertrokken we op naar de eerste klim van vandaag, de  Passo Nigra. Eerst moesten we door Bolzano zien te komen en dat viel niet mee, dwars door de grote stad maar wel op zijn Italiaans: al staan de stoplichten op rood, gewoon doorrijden onder toeziend oog van ome agent. Dwars over de snelweg oversteken was ook geen probleem en zo kwamen we aan de voet van onze eerste klim  van vandaag.

 

We namen afscheid van Han, hij ging zijn eigen klimmetje doen en wij gingen de  oude Pasweg van de Nigra op richting Tires op. Een klim met ETP historie, want 10 jaar geleden moesten Jaap, Freek en Jan Graafmans hier te voet, zij hadden dus nog wat goed te maken.  Tijdens deze klim gingen de volgauto en de camper niet mee, de pas was te smal. Ik vond deze klim erg mooi en hij lag mij ook goed, smal, overhangende rotsen, steil en een klaterende rivier naast de weg. . Ik ben een paar keer gestopt om te filmen en zo richting het einde van de klim gereden, met als toetje een paar honderd meter een steile klim van 24% en dat viel niet mee. Later hoorde ik van Jos dat hij te dicht bij de vangrail reed. Hij kwam er met een fikse kleng tegen aan en moest zich corrigeren, met het gevolg dat hij weer naar beneden ging. Dus maar weer omdraaien en proberen de klim af te maken. Op een gegeven moment kwam Jaap naast mij fietsen en zei tegen mij, dat hij op dit punt de vorige keer was afgestapt. Vervolgens reed hij door met zijn bekende lach, die ik deze week  al zo vaak bij hem had gezien. Ik ploeterde verder. Toen ging de telefoon: dat was de kleine Jos, en ik dacht meteen: “oh, de camper krijgt hij niet meer gestart”, wat hem ook al bij de eerste dag overkomen was. Dit keer was ik wel even blij dat ik stil kon staan, en even op adem kon komen. Ik hoorde mijn naam roepen, dat was Vincent: “je bent er bijna, even op de fiets voor een foto”. Ik was blij dat ik boven was, maar het was toch een mooie klim. Op naar de volgende!.

 

De Dolomieten zijn erg mooi, het ene uitzicht is nog mooier dan de andere, je blijft genieten. Alleen het wegdek is niet altijd egaal, vele scheuren in het asfalt, dus je moet je ogen ook goed gericht houden op het wegdek. We kwamen aan bij de doorloop naar de top van de “nieuwe”Nigra. Ik zag dat er 28 Kehre [tornante] in zaten, dus aftellen maar. Het was een goed lopende klim van rond 8 % en deze liep door een bosrijke omgeving en skigebied.  De Costalunga was toen nog maar een peuleschilletje, de weg liep namelijk over 5 km 60 m door omhoog. Bij een bushalte hebben we gewacht tot iedereen er was. Vervolgens gezamenlijk doorgereden  naar het volgende dorp voor water en eten.

 

Vanaf daar hebben we de route weer opgepakt. Het is wel wennen en raar dat je aan het fietsen bent en dan op de raarste plekken je eigen camper ziet staan of voorbij ziet komen. Dat blijft toch een raar gezicht. We zijn weer op de route richting Passo Lavazé, een klim van  ongeveer 9 % stijging.  Boven aangekomen was het uitzicht mooi over een vrij grote vlakte. Het was zondag en er stonden veel campers geparkeerd en de mensen genoten van de zon en de mooie omgeving. Voor mij was het weer genoeg voor vandaag. Ik heb ook nog ander hobby’s, dus mijn fototoestel en filmcamera weer gepakt en weer plaatjes aan het schieten van de omgeving en van de jongens.

rombodolo-dag2

De fietsers gingen vervolgens in een vlammende afdaling naar Cavalese en daarna dwars door een aantal Vlaams aandoende dorpjes, met kasseitjes. Steentjes  zijn al niet fijn , maar in een afdaling is het helemaal een beetje dubbel. Voor het fatsoen moet je remmen, maar dat wil je eigenlijk niet in de afdaling. De steile afdaling bracht ons aan de voet van de Passo  Manghen, een joekel van 2000 meter plus . 18 km 1300 hm maakte dat de boel gelijk uit elkaar spatte. Altijd lastig van de grote molen naar de koffie molen, wanneer dan te laat schakelen. Zo laat mogelijk over het algemeen , maar te laat kan niet , want dan val je om. De benen breken dan bijna en zitten vol met zuur en dan  moet je je ritme vinden . Jaap en Vincent kunnen dat deze keer het snelst., maar Jaap heeft een historie op deze berg. Hij stond hier in 2003 nl echt geparkeerd en is bijna omhoog gekropen.  Jos , Freek en Gerrit blijven nog even bij elkaar en Peter probeert het eerste stuk ook manhaftig aan te klampen .  Het is een prachtige klim, door de smalle wegen is hij slechts 1 keer opgenomen geweest in de Giro .  Rechts van ons klatert het water met geweld naar beneden , door de bosrijke omgeving kunnen je verder niet veel anders zien . Wel geven de schaduw en de bewolking wat verkoeling.  Het gebied is werkelijk bezaaid met watervalletjes, waarna  ca 9 km een eind aan komt, als we over een brug naar rechts gaan en in het steile gedeelte komen.  Pikzwart asfalt in een dichtbegroeid bos, met steile hairpins. De loop van de weg kan je slechts volgen door het geluid te volgen van de motoren die je passeren.  Langs de kant van de weg staan veel geparkeerde auto’s van illegale paddenstoelplukkers; dat  wordt dus pizza funghi vanavond. !!..  Jaap is wat te snel vertrokken en wordt nog royaal gepasseerd door Gerrit en Freek. Uit het bos is het nog ongeveer 4 kilometers boomloos waar je de bochten mooi boven elkaar kunt zien liggen . Het gebied is bevolkt met koeien met grote bellen en  boerderijen [ malga’s ] met huisgemaakte ricotta kaas. Zo vanuit de hoogte kan je iedereen mooi zien ploeteren en zie je soms ook hoe snel je een gaaet tje maakt.  Alle tanden naar links en met ongeveer 10 tot 12 km per uur kruipen we omhoog en komen we steeds mzo’n 5 minuten ve,rschil boven . Omdat de hut 500 meter onder de top staat hebben we afgesproken door te rijden tot de eerste rifugio in de afdeling. Dit is ongeveer 10 km onder top en voor de meesten levert dit een nat pak op. De hut wordt gebruikt om ons lekker op te warmen met latte macchiatto [ kwantiteit gaat hier boven kwaliteit] en een warme panini. Als iedereen dan binnen is en de regen iets mindert, gaan we naar beneden. Regenjasjes aan en een  extra krant voor de borst.

 

We hebben nog ongeveer 15 km te dalen en 1000 hm en dat is met de regen en allerlei troep, die uit het bos de weg op spoelt nog een hachelijke onderneming. Gelukkig komt iedereen heelhuids beneden en met nog een aantal onverwachte glooiingen, komen we langzamerhand weer op temperatuur en kunnen de jasjes uit om droog te waaien.  Bijzonder een rit vanaf de grote stad Bolzano, en vervolgens zie je hele dag alleen bergen en dan eindig je laat in de middag weer in een volop bevolkt vakantie gebied.  Het gebied van Lago Caldonazzo met daaromheen vele witte doeken en kassen van de fruittteelt

 

Zelf ging ik genietend van de omgeving en nagenietend van de klimmetjes samen met Jos in de camper   via een afsteek richting   Caldonazzo, waar we te gast waren bij de familie Ruumpol. Henk Ruumpol is een bekende van de groep. Hij was al een paar keer mee geweest  als begeleider van de fietsgroep en  een goede vriend van Jan Lenselink. Ze hadden een vakantiehuisje gehuurd in Caldonazzo en wij konden wel bij hun in de tuin overnachten. We werden hartelijk ontvangen en al snel stond het bier en rosé op tafel. Niet veel later kwamen Han en Jan  er ook aan, even lekker bij kletsen en de ervaring horen van Han over zijn fietstocht. Het viel hem niet tegen, maar hij kon niet overweg met het versnellingsapparaat. Hij heeft toen maar snel naar Jan gebeld om hem weer op te pikken.

 

De lucht begon te betrekken en het begon te onweren. Daarom besloten wij om de tenten  al vast op te zetten. Het was rustig in de omgeving en op een gegeven moment hoorden we een doffe klap. We keken op en zagen eerst niets. Maar toen we weer naar de auto’s liepen, zagen we waar de doffe klap vandaan was gekomen. Han was vergeten de handrem van zijn auto aan te trekken, waardoor  zijn  auto tegen de camper was aangerold. Gelukkig geen schade.

Niet veel later  kwamen de jongens er ook aan, drijfnat. Ze hadden een flinke bui over zich heen gehad. Dat zou dan ook de enige keer zijn deze week, dat ze nat werden van de regen. Na het ritueel van pilsje, pinda, chips en douche gingen we richting het dorp om te eten. Aangekomen bij het restaurant waren we eigenlijk al te laat, de kok was al naar huis. Jan kende de eigenaresse goed en zij zou voor ons gaan koken. Zo kregen we onze buikjes weer vol.

Mijn eerste 3 dagen in de bergen zaten er op en ik moet zeggen, dat het mij niet tegenviel. Het is wel anders fietsen dan de normale clubritjes, maar de lange klimmen begonnen wel te wennen. Ik geniet met volle teugen. Wat ook opviel is wat de dagelijkse rituelen zijn van de jongens. Bij elke pauze en aankomst op de camping werden de I-phones en smartphones gepakt en werd er gekeken op Strava Cycling hoeveel hoogte meters ze die dag gefietst hadden. Nou,  ik heb in ieder geval lekker gefietst.

Tijdens het eten was het mijn taak  om de gele trui door te geven. 2 mensen vielen mij de laatste dagen op. Aan wie zou ik de trui doorgeven: Freek of Jaap. Ik koos voor Jaap, omdat hij vlak voor het vertrek naar Italie last had gekregen van zijn lies, en het nog de vraag was of hij wel mee zou gaan. Heel bijzonder vond ik toch wel dat bij Jaap altijd een big smile op zijn gezicht te zien is bij het fietsen,  zowel bergop als in de afdaling.

Henk