Het was in 2004; luchthaven Girona na afloop van de Transpirinaika. Jos en ik zaten behoorlijk uitgewoond op een bankje met de fiets in de hand [ les 1 laat nooit je fiets alleen], toen we werden aangesproken door een Italiaan. Een mooie dialoog volgde met een verhaal over onze fietsbezigheden in contrast tot het platte Holland, en uiteraard ook wat beleefdheidsfrasen over zijn fietsavonturen. Hij kwam uit Cuneo, en hij tipte ons over de Colle di Fauniera 2541 hm, die dat jaar voorzien was van een grote buste van Pantani. Op deze berg was het,dat Pantani in 1994 voor het eerste furore maakte, in de Giro met een overwinning. Binnen enkele jaren zou de col omgedoopt worden tot Cime Pantani.
Terug in Nederland ben ik naar de wandelwinkel gegaan voor wat kaartmateriaal, en een volgend reisdoel was geboren. In 2005 moesten we het op het laatste moment jammerlijk afblazen, toen onze hauffeur ziek afhaakte. Maar na eindelijk weer eens een kampeertrektocht in 2007, was iedereen zo enthousiast, dat het programma bij de traditionele bananen‐omeletmeeting al beklonken werd. De Tour de Grand Pics was geboren, met de 4 hoogste Franse passen, en enkele hoge Italiaanse Passen net over de grens . In totaal 16 cols boven de 2000 meter, en de finale tijdrit op Alpe d Huez. Vele mailslingers volgden over voorstellen voor: bergklassementen, ODO klassementen, kilometerklassementen, grammenneuken, tijdritcompetitie etc. zodat de naam Grote Pikken Toer ontstond. In een meer gekuiste versie heette het uiteindelijke de GPT NTVRMTJS OPDEFI.
Maarten de chauffeur van 2007 was helaas niet beschikbaar, maar ex‐bergbewoner Hebbo Schierbeek en Jan Baake bleken graag bereidt ons te begeleidden met de auto. Jos haakte helaas 2 weken van te voren af, maar gelukkig bleef hij in Nederlandachter met PC, zijn vriendje buienradar en de Nokia zodat hij steeds beschikbaar was. Het laatste overleg was traditioneel bij de natuurmonumenten‐appelgebak‐tent op de Posbank. Waar mijn Trude iedereen op het hart drukte te letten op mijnslordigheid, zodat ik geen spullen zou laten slingeren, en zorg te dragen voor het dragen van een helm in de afdalingen.
Deelnemers Jaap Roosma, met zijn onafscheidelijke ETP bus, Jan Schippers die weer voor de prima routekaartjes had gezorgd, Freek Weers, Cor Kooy, Gerrit Wansink en rookie Vincent Persoon.
Zo stonden we op vrijdagmiddag 29 augustus om 14.30 uur klaar in Villard Reculas met de fiets in de hand voor een flinke trip van ca 900 km en 25.000 hoogte meters.
COL DE GALIBIER ‐ BRIANCON 103 km 2424 hm.
Rond het middaguur, na een autorit van 11 uur kwamen met de 3 auto’s aan, in een schitterend zonnetje bij Villard Reculas. Het is een klein dorpje tussen Allemont en Huez, op ca 1450 m hoogte gelegen met schitterend gezicht op Bourg d”Oisans en de gletscher van La Meije. Alles snel organiseren; fietsen in elkaar, spullen overpakken in de bus van Jaap, Hebbo en Jan instrueren over de route en zo zaten we binnen een uur op de fiets. Via smalle straatjes het dorp uit, en dan over het schitterende balkon‐weggetje naar Huez. We hadden schitterend zicht op veel van de beroemde21 bochten, en speciaal de volledig oranje gekleurde bocht 7 bij de begraafplaats. De smalle bochtige weg vormde ook een mooie vuurproef voor het chauffeurskoppel Hebbo en Jan. Via een klein hobbelhupje en daarna een afdaling, kwamen we onder lift door in Huez en zo kwamen we op de beroemde klimweg van de Hollandse Berg, tussen bocht 6 en 7. Voor mij een soort deja‐vu gevoel, na de Alpe d Huzes missie in juni.Terug naar Italië over de Col de Montgenevre 14 km 640 hm . Het is zeker geen buitenblad klim, daar is het iets te steil zeker in het middenstuk. Extra handicap is het vele verkeer inclusief vrachtverkeer dat deze route neemt op weg naar Turijn. Om Gerrit nog een hart onder de riem te steken, bestempelt Freek de Montgenevre als molshoop… De klim loopt mooi gelijkmatig met grote haarspeldbochten waar je het tempo mooi kunt opdrijven. Dat gebeurt ook en ik heb het gevoel dat het mijn Mouliesje wordt, hoewel Cor en Vincent het plan in duigen lijken te laten vallen. In de zuiging van een vrachtwagen lijkt Cor redelijk gemakkelijk met een km of 26 int uur omhoog te stomen totdat hij zich ook de afspraak herinnert. Als Jaap dan ook nog langszij komt, begin ik te balen, maar hij snapt het en zegt grootmoedig ik zal je niet lastig vallen. Iets over halfweg wordt het percentage opgedreven en in 1 van de bochten probeer ik hard weg te rijden op het buitenblad. Wat volgt is voor mij alleen zicht op vele asfalt en af en toe onder de arm door kijken, maar gelukkig volgt niemand. Kunnen ze niet, of komen ze zo meteen met rokende remmen boven, omdat het mij gegund is. De laatste kilometers zijn minder steil, ogenschijnlijk ben je dan boven maar de klim loopt nog verraderlijk lang door zelfs door een lange tunnel van 2 km. Daar achter is de top en heb ik eindelijk mijn Mouliesje gescoord! Wat ook terug is, is de regen en verder zeer donkere wolken richting het noorden. En terug in Italië, snel rijden we verder over grote wegen, en lange tunnels omringd door grote bergen die in nevelen zijn gehuld. Hier is werkelijk geen stukje groen te ontdekken, het is alleen maar steen en watervallen . De harde regen brengt ons tot Cesana Torinese, waar we onder het genot van een bakje koffie besluiten Mont Cenis en Iseran te laten vallen, maar er voor kiezen terug te gaan naar Briancon via een klein colletje de Col de L Echelle. Jammer dat we onze laatste pik moeten laten liggen. De routewijziging betekent nog een lekker stukje doordalen naar Bardonecchia, in 2006 pleisterplaats van veel sporten tijdens de Olympische spelen. Langs het Olympisch dorp beginnen we in de regen aan de klim die ergens voor ons ligt. Voor ons een groot massief van bergen met wel een kloof daarin maar het is onduidelijk of we daar door moeten . L Echelle betekent ladder, dus ik verwacht dat we getrapt omhoog moeten. De aanloop is vlak en winderig geen mooi weer dus rijden we flink door. Na ongeveer 5 km begint de klim zichtbaar te worden door de witte beton lijnen die je kunt zien tegen het bergmassief. Mooi getrapt ligt de berg daar op een smalle ridge met de bochten boven elkaar. Steeds 500 meter tempo rijden, een scherpe 180 graden bocht en dan weer verder. Intussen heb je prachtig zicht op Bardonecchia en de ploeterende collega’s onder ons. Ik rijd samen met Jaap en Vincent, dwz Jaap en ik rijden achter Vincent aan, omdat we beiden op een Mouliesje azen. De kilometers tot de top staan mooi aangegeven, even checken op mijn klokje en dan weet je wanneer het moet gebeuren. Jaap en Vincent hebben dat ook gedaan en net voorbij een tunneltje knallen ze bij me weg naar de top van naar blijkt de Collade de Scala , de L Echelle is nog 2 km verder. Terwijl ze beide rechtop komen en hun jasjes al aan trekken, demarreer ik onderdoor en rij naar de top van de Echelle, waar Hebbo en Jan al staan te wachten volgens afspraak met fototoestel. De afdaling daarna is nat over een brede weg door de Vallee de Claree waar Freek en ik Cor er nog even op leggen, ach zo gaat dat met grote pikken. Terug in Briancon moeten we nog 100 meter overwinnen terug naar de camping van de 1e nacht. Cor trekt stevig door en Jan sluipt mooi mee, dan weten we al hoe het aflopen gaat, want Jan is bekend vanwege zijn punch op het laatste stukje van de Posbank. Toch nog een mooie dag vandaag, ondanks het weer, alleen jammer van de afsteek, hadden we gisteren toch nog de Izoard er maar bij moeten doen. Vandaag was het de dag van Jan Schippers, Jan had een moeilijk voorjaar, met wat ongemak en een verkeersbord dat er zo maar in eens op de weg stond. Jan bekend van zijn traditionele kistje Palmpjes in Limburg, de schitterende verzorgde routeboekjes, dit jaar gehuld in het rode jasje van de rode lantaarndrager. Toch draait de nestor rustig zijn kilometertjes mee, en komt ogenschijnlijk altijd goed boven. Alleen lastig van dat Mouliesje naar de top van de klim bij Camping les Champs Blanc,ben benieuwd hoe hij dat op melodie krijgt …